29 juni 2024

The Preacher Men

Jazzclub Nieuw & Diep – Kleine Zaal Theater De Kampanje

Met een snijdend en glijdend intro op de altsax opende voorganger Efraïm Trujillo de zondagse hoogmis voor blues en gospel in een goed gevulde Jazzclub N&D. Meteen was daar dat machtige bandgeluid: een strakke, steeds herhaalde bassriff op de grote pedalen van het hammondorgel van dienst, de XK5, de krachtige, energieke en super strakke drums en de fraaie ondersteunende orgelakkoorden in Music For Blueshorn, een heerlijke compositie van Trujillo. Deze speelt zijn instrument, zoals hij beweegt op het podium, als een slangenmens: lange vloeiende toonreeksen, prachtig gefraseerd en gelardeerd met altijd fraaie uithalen in het hoog. Ja, een ‘glijdend’ intro, hetgeen door Trujillo erna verklaard werd door te wijzen op de gaatjes in de kleppen. Dat is compleet nieuw voor uw recensent, maar volgens de saxofonist kon je daar glijdende tonen – als een slidegitaar – mee spelen. Dus een beetje als het vierde ventiel van trompettist Ibrahim Maalouf en de B-Bender in de countryrock, ontworpen door de (ooit Byrds) gitaristen Clarence White en Gene Parsons. Zo leer je nog ’s wat tijdens zo’n eredienst.

Een machtige bandsound, ja, want wat een geweldige basis leggen organist Rob Mostert (met een T, want ‘van de arme tak’) en drummer Chris Strik samen neer voor hun voorganger – wat je noemt een gespreid bedje! De heren zitten tegenover elkaar opgesteld. De een achter het massief ogende orgel en de ander achter zijn bescheiden drumkit. Vergeet dat laatste, want wat een geluid produceert Chris Strik: massief en toch syncoperend, heavy en toch luchtig. Je zou hem de John Bonham van de jazz kunnen noemen!

Wat ook heel fijn is bij dit orgeltrio, zijn de strak klinkende bassen, die niet via het Leslie 147 kabinet geloodst worden maar een apart versterkingsspoor hebben. Dat onderscheidt The Preacher Men van veel andere orgeltrio’s. Dat geldt zeker ook voor de manier waarop de bassen voortgebracht worden: per voet. Vooral in het tweede stuk Royal Flush, opnieuw een compositie van Trujillo. Een lekkere uptempo jazzswing, met knallende, straffe breaks en een gedreven solerende Trujillo op de tenorsax. De razende walking bass – wat dacht u van ‘running, nee, racing bass’ van Mostert is imponerend (met hiel en teen swingt het heel gemeen) en dat geldt ook voor zijn solo op het boven klavier.

Voorafgaand aan het volgende nummer, het gospelachtige Amen, van trompettist Donald Byrd, kreeg het gretige publiek een prachtig college van de leidsman. Hoe blues en gospel eigenlijk een soort yin/yang verhouding hebben met elkaar: de blues neemt het leven zoals het op eenieder afkomt, met voor- en vooral tegenspoed – het is wat het is. Gospel geeft daarentegen troost en hoop. Zo zouden deze Preacher Men ook prachtig passen in een eigentijds schoolconcerten programma, waarin de jeugd de essentie en waarde van muziek zou kunnen worden bijgebracht. Ik zie nog het Trio van Pim Jacobs in de zaal van het toenmalige Gemeentelijk Lyceum aan de Timorlaan. Maar met het komende kabinet kunnen we dat wel vergeten, natuurlijk. Amen, daar ging het allemaal om, kreeg een prachtige vertolking met mooi opgebouwde solo’s op tenorsax en orgel.

Hoogtepunt was wat mij betreft een stuk van een ouder album: Into The Blue. Strik zet een hypnotiserende groove in: boem boemboem tsjak! boem boemboem tsjak! Rob Mostert creëert met zijn hoogste orgelregisters een creepy hoog – een beetje zoals nagels op een schoolbord klinken – waarna hij langzaam het geluid meer menswaardig maakt en Trujillo zich op zijn aller omfloerst laat horen met prachtige, met veel lucht aangeblazen noten. Into The Blue komt met een fantastisch opgebouwde orgelexercitie tot een bijna – vergeef mij het woord – orgastisch hoogtepunt. Hierna wordt het stuk op weergaloze wijze geleidelijk weer teruggebracht naar het unheimische begin: boem boemboem tsjak! boem boemboem tsjak!

Na de pauze volgde de tweede set met een funky door Chris Strik ingezet Swing Like Eddie, wederom van de hand van Efraïm Trujillo. Hierin kreeg de drummer alle ruimte om zijn kwaliteiten te etaleren met een geweldige dynamisch opgebouwde solo. Pardon: dynamisch afgebouwd, bedoel ik, want hij begon overdonderend met een duizelingwekkende reeks snoeiharde fills en triolen en eindigde kleiner dan klein met duim en pink. Chapeau!

Het gospelachtige Freedom Train was weer een hoogtepunt met prachtige bijdragen van alle priesters. De tedere tenor gedragen door de warme handen van de orgelman, die hierna bijna kopje onder ging vol op het orgel. Met de heerlijke uptempo hardbop van Racing werd ook deze set in majeur afgesloten: hoop! Op meer!

De set was omgevlogen en de enthousiaste zaal wilde meer. Met een korte toegift namen de voorgangers afscheid van het dankbare publiek. Ja, met zulke muziek wordt zelfs de fanatiekste atheïst nog gelovig!

Gerard Hoekmeijer (heeft het licht gezien)

Aanmelden
nieuwsbrief

Hartelijk dank voor het aanmelden. Welkom bij onze Jazzclub. Wij sturen ongeveer 8 nieuwsbrieven per jaar, afhankelijk van het aantal concerten.